Kettinglijn
(workin'
on da chainline,
dadum, dadum...)
(c) 2014
m.s.gerritsen
Wat
is het
Idealiter loopt de ketting zuiver recht van het voortandwiel
naar het achtertandwiel. Dat levert de minste slijtage,
herrie en verliezen op, en het kleinste risico dat de
ketting ontspoort. Omdat te bereiken moeten frame,
achternaaf, crankstel en trapasop elkaar afgestemd zijn. De
kettinglijn is nu de denkbeeldige lijn door het midden van
de voor en achtertandwielen, meestal wordt de afstand
opgegeven die die lijn heeft tot de hartlijn door het frame.
Frame
De achterpadden staan doorgaans symmetrisch ten opzichte van
het midden. Uitzonderingen kom je soms tegen bij bv
Fatbikes, waar de fiets naar rechts verder is uitgebouwd. om
de ketting langs de brede band te kunnen krijgen.
Achternaaf
De kettinglijn wordt opgegeven als de afstand van uit het
midden van de naaf tot het midden van het tandwiel cq de
cassette. Afhankelijk van de naaf kun je daar missschien nog
iets aan veranderen, bij versnellingsnaven door een
assymmetrisch kransje om te draaien, of door het toevoegen
van een vulring op de as of achter de tandwielen. Bij
moderne cassettenaven kun je weinig meer doen, er is gewoon
geen ruimte over om mee te spelen.
Typisch getal voor de kettinglijn bij een mtb met 135mm
brede achternaaf is 50mm. Een courante wegfiets heeft
meestal een kettinglijn van 47.5mm. De cassette is net zo
breed als bij de mountainbike, maar de naaf is maar 130mm
breed. De cassette moet dus 2.5mm meer naar binnen
gemonteerd worden om dezelfde afstand tot de frame pat te
houden. In de illustratie boven zie je hoe het
combineren van onderdelen fout kan gaan. De cassette op de
brede mtb naaf staat ver uit het midden, het crankstel is
juist smal. Op het binnenblad zal de ketting vrij snel tegen
het buitenblad gaan schuren, en de ketting op de buitenste
kransjes van de cassette zal ook niet mooi lopen
Crankstel
De afstand van de kettingbladen tot de hartlijn van de fiets
wordt bepaald door het crankstel in combinatie met de trapas
of de trapaslagers. Bij klassieke crankstellen met losse
trapas kun je de kettinglijn beinvloeden door de lengte van
de trapas. Tegenwoordig zijn trapassen veelal symmetrisch,
ie ze steken links en rechts evenveel uit. Bij traditionele
trapassen met losse kogels en cups steekt de as soms aan een
zijde meer uit en kun je de trapas ook verkeeerd om
monteren. De trapas moet links en rechts de juiste
uitsteeklengte hebben om er voor te zorgen dat:
- de
bladen netjes uitgelijnd staan ten opzichte van de
achtertandwielen. Te ver naar binnen en de ketting
schraapt op het binnenblad gauw langs het buitenblad
- de
uiteinden van de cranks niet het frame raken
- de
bladen niet het frame raken
- de
voorderailleur de bladen voldoende kan bespelen, dus ver
genoeg naar binnen of buiten kan zonder aanlopen.
Meten doe je door de
afstand van het middenblad (bij een triple, midden tussen 2
bladen bij een dubbel) tot de zitbuis te bepalen, en daar de
halve buisdiameter bij op te tellen.
Trapassen
Trapassen met vierkante uiteinden zijn er in diverse
variaties. De tapsheid van trapassen met crankbouten
wijkt af van de trapassen met draadeinden en losse moeren.
De laatsten zijn bedoeld voor goedkope gegoten meuk uit de
70-er jaren zoals Sugino Maxi's.
Serieuze trapassen kennen ruwweg twee vierkanten: JIS en
ISO. De Japanse JIS norm is overgenomen van de
vierkanten zoals die in het pre-index tijdperk in Europa
gangbaar waren. Later is er in europa de ISO norm
bijgekomen, dergelijke vierkanten zijn iets kleiner, zodat
een JIS crank verder op de ISO as schuift.
De juiste trapaslengte hangt af van het crankstel. Iedere
fabrikant doet maar wat, stelregel is dat het saai is om bij
een nieuw crankstel ontwerp eenzelfde trapas te gebruiken
als de vorige keer! De juiste trapaslengte kun je
achterhalen door de documentatie van de fabrikant door te
ploegen, te proberen of door met een bekend crankstel te
vergelijken.
Een goede start voor Shimano crankstellen vond je op de site
van Shimano-USA, maar inmiddels hebben ze die sectie
onvindbaar gemaakt. Als je zoekt op 05 Crankset and BB
combination chart vindt je vast wel een kopie van de pdf
Heb je een bekend crankstel dan kun je vergelijken, er is
nooit veel verschil in hoever het begin van het vierkant. in
de crank op de as kan schuiven.
Meet de afstand van het begin van het vierkant tot een
duidelijke referentie, bv het vlak van het tandwiel. Is dat
bij beide crankstellen gelijk dan zou je dezelfde as moeten
kunnen gebruiken. Meet je om maar wat te noemen 4mm
verschil, dan heb je een (symmetrische) trapas nodig die 8mm
langer of korter is. Meer uitsteeklengte kun je ook bereiken
door de trapas met een vulring tussen bracket en borst
verder naar rechts vast te zetten. De linker crank
schuift dan wel mee, dus je moet aan die kant wel met
voldoende ruimte beginnen
Crankstellen met externe lagers.
Crankstellen met externe lagers zijn doorgaans voorzien van
een as die onlosmakelijk verbonden is met de rechter crank.
De aslengte ligt dus vast en je kunt slechts zeer beperkt '
rotzooien' met de kettinglijn. Soms is er in een
aantal spacers voorzien, maar die allemaal naar een kant
verhuizen is vragen om moeilijkheden: de draadlengte op de
cups is beperkt, en als ze niet diep genoeg in de bracket
geschroefd kunnen worden (en ze dus ook nog ver uitsteken)
wrik je de draad uit je frame.