Verzet Het verzet is de afstand die de fiets aflegt als de pedalen 1 x rond gaan. Op je eerste driewieler was dat vermoedelijk minder dan een meter, zijnde de omtrek van het wieltje waar de pedalen en de cranks direct aan vast zaten. Daar kon je dus nog niet zo hard mee, maar je kon wel heeeel snel trappen ;) Een gewone schoolfiets gaat dan een stuk vlotter. Het wiel is groter (omtrek 2,1m) en door de kettingaandrijving met ongelijk grote tandwielen draait het wiel ook nog sneller dan de cranks. Met typisch 46 tanden voor en 20 tandjes achter kom je uit op 46/20 x 2.1= 4.8m per pedaalomwenteling. Dat is prima zolang het vlak is, het niet te hard waait., je geen bijzondere haast hebt en niet zwaar beladen bent. Uit de lagere school rekenopgave weten we dat een fietser 18 km/h fietst, oftewel 5m/sec, en het traptempo is dan dus iets meer dan 1 omw /sec (62 tpm). Voor een geroutineerde fietser is dat langzaam, dus die fietst met 80-90 tpm = 23+ km/h . Maar als het steil omhoog gaat is dat tempo niet meer vol te houden. Tot op zekere hoogte kun je langzamer trappen, maar als je te langzaam moet trappen staan de pedalen te lang in het onderste dode punt waar je geen kracht kunt zetten en val je om. Voor je spieren etc is het ook niet goed of efficient. Heuvel af en wind mee blijkt dat je traptoerental ook een keer aan zijn max zit. Om dit soort omstandigheden aan te kunnen heb je dus verschillende verzetten nodig, en die krijg je met een systeem waar je verschillende tandwiel combinaties kunt kiezen, dus een derailleur (tandwielen met een ketting) of een versnellingsnaaf (met direct in elkaar grijpende tandwielen) |