Stoeien met pignon of cassette

(c) 2000-2020 m.s.gerritsen

Nomenclatuur
We onderscheiden conventionele- en cassettenaven. Conventionele naven zijn voorzien van schroefdraad, waarop een pignon geschroefd wordt. Het pignon is een samenstelling van een vrijloop en losse tandwielkransjes met afstandsringen. De grotere tandwielkransjes zijn meestal voorzien van nokken die in uitsparingen op de freewheelbody passen, de kleinere hebben schroefdraad. Pignons (meestal met 5 tot 8 kransjes) zijn doorgaans minder optimaal voor indexschakelen, en voor vakantie alleen aan te raden in combinatie met naven voorzien van een extra sterke as. De levensduur van de tandwielen is doorgaans wel aanzienlijk groter dan die van moderne cassettes
Bij een cassettenaaf vormt de vrijloop een integraal deel van de naaf. De kransjes worden op het freewheel gestoken, en passen doorgaans maar op een manier op de naaf. Het meest gangbaar is tegenwoordig een sluitring (bv Hyperglide,HG) om de tandwielen vast te zetten, maar er zijn ook oudere systemen (Uniglide UG) waarbij de kransjes net als bij een pignon met het laatste opgeschroefde tandwiel worden vastgezet. Een sluitring heeft als voordeel dat die niet extra wordt vastgetrapt, en dus makkelijk demontabel is.

cassette

De meeste cassettes bestaan na bestudering toch uit losse tandwielen, maar er zijn ook dure lichtgewicht varianten, waarbij 2 tot 5 kransjes met een houder (spider) een geheel vormen.

spider

Over de meeste cassettes loopt een schakelspoor, en als je er op staat dat in tact te laten zijn zelfgekozen tandwielcombinaties doorgaans niet mogelijk.

Pignon verwijderen
Heb je een (ouderwetsch) wiel met een schroefpignon, dan moet je óf het pignon verwijderen, óf (als de spaakflenzen groot genoeg zijn) bij spaakbreuk de tandwielen losschroeven. In het eerste geval heb je een passende pignonafnemer nodig, in het tweede geval twee kettingzwepen. Een pignon-afnemer is echter handiger mee te nemen. 

Ook met je juiste afnemer kan het verwijderen van het pignon nog een hele klus zijn. Het pignon op een vakantiewiel zit na een paar bergen vreselijk vast, en heb je gebroken spaken dan is ook het verband in het wiel niet meer optimaal. De minste schade en de meeste kans op succes heb je met de volgende werkwijze.

  • Verwijder de spanas en steek de afnemer op het freewheel. 
  • Heb je een type met twee of vier nokken (Suntour, Mailliard, Sachs, Shimano) dan breng je de spanas weer aan en draai je deze goed vast. Afnemers met heel veel (ie 20 oid) tanden op de omtrek blijven vanzelf op hun plaats. 
  • Klem de afnemer in een bankschroef, laat je onderarmen op het wiel rusten en pak de velg op twee tegenoverliggende plaatsen beet. Draai de velg nu gecontroleerd tegen de klok in. 
  • Komt er beweging in de naaf, draai dan pas de spanner los. 
  • Gebruik geen grote Bahco om het pignon los te draaien. Je moet dan vreselijk op het wiel hangen, en dat is veel slechter voor de velg. Je loopt bovendien het risico dat de afnemer van het pignon kantelt zodat de noksleuven in de freewheelbody uitscheuren. Dan heb je echt een probleem, zie hieronder. 


Pignon verwijderen zonder 'gereedschap'
Volgende brute methode is destructief cg levert je heel veel werk op, maar is het vermelden waard.
Benodigd gereedschap:drevel, centerpons of stevige spijker en hamer, bankschoef of grote pijpetang ('moordenaar')

  • Tik met de drevel en hamer de lagerconus (linkse schroefdraad) los: De lagerconus is herkenbaar aan de twee gaten, en aan de door de fabrikant aangebrachte merknaam. Soms moet je om daar bij te kunnen al de eerste twee tandwielen van de body schroeven (met twee kettingzwepen) 
  • Draai de conus helemaal los en laat het freewheel uit elkaar vallen. Heb je nog plannen met het freewheel, dan moet je 2 veertjes, twee pallen, een aantal shims en 100+ kogeltjes van 1.6mm doorsnede opvangen! (er zijn ook pignons (late Sachs?) waarbij de kogeltjes in een houder zitten en dus netjes op hun plek blijven zitten, maar dat weet je pas achteraf)
  • Zet het freewheelhuis op de paluitsparingen in een bankschroef (of pak de pijpetang) en draai het wiel los.
  • Om het freewheel te monteren plak je de buitenring (spaakzijde) vol met kogeltjes en schuif je het freewheel weer in elkaar. Heb je problemen met de pallen (oude Regina's waren een ramp), dan kun je die tijdelijk met naaigaren vastzetten. Kom je zover, dan lukt de rest ook wel. 
Cassette verwijderen

Bij een Uniglide naaf wordt de stapel tandwieltjes vastgezet door het laatste (kleinste) van schroefdraad voorziene tandwiel. Deze kun je losdraaien door twee kettingzwepen op het grootse en kleinste tandwiel tegen elkaar in te draaien. Het tandwiel heeft normale rechtse draad. Uniglide tandwielen zijn herkenbaar als cassettenaven zonder getande sluitring. Het verschil tussen cassettes en freewheels is met ervaring niet moeilijk, cassettes hebben altijd de zelfde diameter tussenringen (op spider cassettes na, maar die zijn opvallend genoeg) 

Bij een Hyperglide cassettenaaf gebruik je normaal gesproken een sluitringafnemer en een kettingzweep. Onderweg kun je ook een Cassettecracker (voor cassette met sluitkrans) of een Hypercracker (cassette met sluitring) gebruiken. Hypercrackers worden helaas niet meer gemaakt, en zijn dus moeilijk te verkrijgen.

  • Steek de sluitringafnemer op de cassette en breng de spanas weer aan. Er zijn ook sluitringafnemers met een centrale pen zodat je de spanas niet weer hoeft aan te brengen: die zijn duurder maar wel erg handig.
  • Klem de afnemer in de bankschroef 
  • Leg de ketting van de kettingzweep op het grootste kransje. Let hierbij op de draairichting (tegen de klok in, in de vrije draairichting van het wiel) 
  • Draai de sluitring een slag los (een ratelend geluid is normaal), en neem het wiel uit de bankschroef
  • Verwijder de spanas, draai de sluitring verder los en licht de cassette van de naaf
Heb je geen bankschroef dan kun je ook een bahco gebruiken om de sluitring los te draaien. 
Merk op dat de HG cassettekransjes een extra brede nok hebben, die maar op een positie op de naaf past. Stalen cassettes zijn eventueel te demonteren, draai dan met een dop of inbussleutel de drie boutjes van de achterzijde los. Dat kan handig zijn om van twee cassettes een te maken, of om de tussenringen uit te wisselen.

Oude Campagnolo 8 speed kransjes hebben geen brede nok maar passen op alle manieren op elkaar. De nokken zijn echter gemerkt met a-b-c etc, en met een tabel kun je voor je tandwielen de ideale stapeling uitdokteren.

Cassette losnemen met Hypercracker of NBT

  • zet de ketting op het kleinste voorblad en de grootste achterkrans
  • Zet de uitvalas los en draai de moer van de spanner (pas op het veertje)
  • trek het achterwiel zover uit de fiets dat je de hypercracker aan kunt brengen,  en steek het wiel weer in de fiets. Niet alle frames bieden evenveel plek voor de cracker, dus soms is enige volharding noodzakelijk. Ben je erg gehecht aan de lak dan kun je vooraf beter wat tape aanbrengen. De arm van de cracker moet nu boven op de achtervork liggen, met de cranks bij voorkeur horizontaal. Controleer of de tandjes van de cracker recht in de sluitmoer zitten, afhankelijk van het frame help het soms om de cracker tegen de staande achtervork te laten steunen. Een dikke ring tussen cracker en achterpad (i.e. een tentpen) wil ook wel eens helpen om de cracker op zijn plaats te houden. De NBT2 valt in de padsleuf, dus hierbij heb je die problemen niet
  • completeer de spanas en zet hem weer vast. Buig je over de fiets, grijp de cranks bij de pedalen beet en draai (in de normale traprichting) de borgring een slag los.(een ratelend geluid is normaal)
  • neem het wiel uit de fiets en draai de borgring met de hand verder los. 
Montage in omgekeerde volgorde, maar nu zet je de ring vast door met de hand het achterwiel vooruit te draaien. Aanbevolen moment is 30 Nm, oftewel pak de band vast op 6 en 12 uur, en trek resp duw met 5 kilo.

Custom Hyperglide cassette maken
Cassettes zijn opgebouwd uit een aantal losse tandwielen, die met een systeem van nokken op een gegroefde vrijloop worden geschoven.  Spacers houden de tandwielen op afstand. 
 

type spacer dikte  totale schakelsteek
6 speed (Campa Shimano Suntour etc) - 5.50 mm
7 speed (Campa Shimano Suntour etc) 3.16 mm (Sh.) 5.00 mm
8 speed (Campa) 3.19 mm (C) 5.00 mm
8 speed (Shimano SRAM) 3.0 mm (Sh)
2.93 mm (Sa)
4.80 mm
9 speed (Campag) - 4.55 mm
9 speed (Shimano SRAM) 2.56 mm  4.35 mm
10 speed (Campa) - 4.15 mm
10 sp Shimano (race en MTB)
2.4 mm
3.98 mm
10 speed (Campa) ?
?

Beperken we ons tot Shimano dan hebben de tandwielen t/m 9 speed nagenoeg allemaal de zelfde dikte, de variatie zit in de spacers. Meestal zijn de spacers los, behalve voor de allerkleinste tandwielen die zijn uitgerust met een stalen borst. Om bij de spacers te komen moet je drie kleine boutjes uit de cassette draaien, bij 7-8 speed van achteren, en bij HG70-9 (=LX, 105) van de voorkant. Soms hebben deze boutjes een zeskantkop, maar vaker hebben de boutjes een verzonken kop en past een klein inbussleuteltje. Bij de allergoedkoopste cassettes kunnen het wel klinkjes zijn. Bij spiderpignons uit de dure 8 en 9 speed series zitten de grotere kransjes op een drager geklonken en kun je alleen de komplete drager wisselen. Die kost uiteraard idioot veel.

Hyperglide
                    (HG) tandkrans met schakelspoor en los boutje

Shimano hyperglide cassettes zijn zo ontworpen dat ieder kransje een of twee vaste buren heeft. Een 16 tands tandwiel  uit een S-T cassette is ontworpen om samen te werken met een 15 en een 17, terwijl een 16 tands E het doet met een 14 en een 18. Het verschil zit hem in het schakelspoor dat op beide 17's op een verschillende plek zit ten opzichte van de brede nok bij het pijltje (zie boven, '11 uur'). Wissel je een tandwiel zonder hier op te letten, dan zal de ketting minder makkelijk schakelen, en vergroot je de kans dat je de ketting stuk trapt als je tijdens het schakelen gas geeft. Weet je je te beheersen dan vallen de problemen in de praktijk wel mee, zeker als je een sterkere Sachsketting gebruikt. En vaak is het mogelijk om de ideale cassette samen te stellen uit twee helften, zodat er maar een 'fout' in het schakelspoor zit. Een allereerste of laatste krans vervangen of bijplaatsen is ook een prima truuk, waar het schakelen nauwelijks onder leidt. Nog wat aandachtspunten tot slot:

  • zorg er er voor dat het kleinste kransje een borst heeft met  nokken over de hele breedte, ribbeltjes voor de sluitring zijn minder belangrijk.
  • op naven met uniglide schroefdraad (=draad op de buitenomtrek van de vrijloop) kun je geen 11 plaatsen, tenzij je of eerst een 1mm ring op de naaf schuift, of het uiteinde van de freehub-body iets bijslijpt. Op naven zonder UG draad (mtb, 9 speed) is hiervoor al een klein randje weggenomen.

  •  

     
     


  • 8 speed en 9 speed cassettes zijn even hoog en passen op de zelfde naven.
  • Een 7 speed cassette kun je met een extra krans en 8 speed tussenringen opwaarderen naar 8 speed. Als je al een versleten 8 speed cassette hebt is dat vaak voordelig, zeker als je zo een hele dure XTR 12-30 namaakt.
We kankeren wel altijd op Shimano, maar soms denken ze echt mee! Vind je 8 speed genoeg, maar is je fiets uitgerust met een 9-speedgroep dan kun je op onderstaande manier door de binnenkabel  achter de lip om 'omhoog' te trekken de derailleur ombouwen naar 8 speed:

  • HG70-9 speed cassettes kun je wel uit elkaar schroeven, maar die kransjes worden niet los geleverd. Als je omhoog zit moet je gaan rommelen met 8 speed kransjes.
  • Shimano is niet de enige leverancier van cassettes: Er zijn ook Taiwanese kopieen, SRAM heeft een paar 9 speed pignons voor MTB's en TA, Mavic en Marchisio leveren eigen modulair op te bouwen cassettes. Campagnolo cassettes passen niet op Sram of Shimanonaven.
  • Met het oude type UG kransjes kun je naar believen een cassette samenstellen, Shimano doet dat zelf ook om 9-speed UG cassettes voor nieuwelingen te maken, die beginnen bij 16. Daar valt echter moeilijk aan te komen (staan niet in de prijslijst) maar misschien dat een fietsenmaker nog een wandbord met losse tandwielen heeft hangen. UG kransjes hebben een andere tandvorm en geen brede nok, en passen dus op veel manieren op de naaf. Als ze versleten zijn kun je ze zelfs omdraaien.
Uniglide (UG) krans (let op
                  de van HG verschillende tandvorm)

10 speed
Shimano en Campagnolo bieden allebei nu 10 speed cassettes aan voor de racegroepen. Shimano (en Sram) doen nu ook 10v in MTB.
De Shimano 10 speed cassettes passen op de oude Shimano 8/9 speed naven, mits je eerst de dunne spacer die bij de cassette wordt geleverd op de body schuift. De 10 speed cassette is namelijk smaller dan de 9 speed! Op de nieuwe Dura-Ace 10 speed achternaaf met aluminium freehub passen alleen 10-speed kransjes. Om het zachte aluminium niet te laten inslaan heeft de body een grotere diameter gekregen en zijn de tanden in de kransjes dieper uitgewerkt. Goedkopere Ultegra 10 speed cassette's hebben zo te zien ook de verdiepte tanden om op een DA body te passen. 
Bij Campagnolo passen 9 en 10 speed cassettes op de zelfde naaf. Wel moet je oppassen dat je de voor de combinatie naaf en sluitkrans juiste borgring gebruikt. 


11 speed

Bij Shimano zijn de 11 speed wegcassettes breder dan de 8-9-10 series. De bodies van de naven zijn daarom iets breder. Bij MTB kon alles bij het oude blijven, die cassettes  
eindigen met zo'n groot tandwiel dat de spaken dan al ver genoeg uit de buurt blijven. De cassette is wel breder, maar hangt naar binnen

Speciale cassettes

Sram en nu ook Shimano hebben speciale freehub vormen ontwikkeld om een nog kleiner tandwiel dan de 11 te kunnen monteren. Kom je vooral bij 1 x zoveel aandrijflijnen tegen, om voldoende bereik uit een cassette te persen. Dure naven / wielen zijn vaak om te bouwen met een nieuwe freehub, mocht je vinden dat je niet zonder kunt.